Een grindpad leidt de weg dwars door ongerepte natuur naar de zogeheten Tiny Houses aan de rand van Groningen. Net wel in de stad waar auto’s rondsjeezen, maar toch in de luwte van de natuur. Het is de kleinste wijk van de stad. Het ene huisje is knaloranje, de ander een zachte houtkleur en verderop is een groene blokhut. Allemaal anders en toch hetzelfde.
Ruim drie jaar geleden startte de bouw van deze wijk. Inmiddels staan er 24 Tiny Houses met dertig bewoners. De wijk is populair: veel mensen staan te popelen om een plekje te bemachtigen, maar verder uitbreiden zit er niet meer in. Tijd om een kijkje te nemen hoe het is om in dit kleine stukje Groningen te wonen.
Varkens en een bouwkeet
Per toeval zag Freek Sloot (32) vier jaar geleden op Instagram voorbijkomen dat ze in de pluktuin bij Westpark varkentjes vrijlieten om de grond te spitten. „Het was coronatijd wat moet je anders?” Hij besloot een kijkje te nemen. Daar raakte hij aan de praat met een initiatiefnemer en waarop hij zich direct inschreef.
Snel daarna verhuisde hij naar de nieuwe wijk in een piepkleine wagen, een soort bouwkeet op een modderig terrein. Nu kan het contrast niet groter zijn. Op dezelfde plek staat nu een spiksplinternieuw huisje, daarnaast een fleurige tuin. En, nu met zijn vriendin Karlijn van Donkelaar (30).
‘Dat is mijn nieuwe werkwoord’
Van Donkelaar maakte de overstap van appartement in de stad naar het kleine huisje. Ze kan erom lachen. „Het was hier samenwonen of niet, maar ik geniet hier elke dag. Na een lange dienst in het ziekenhuis kom ik thuis en ga ik lekker rommelen in de tuin.”
Maar of ze erg moest inkrimpen? „Eigenlijk totaal niet, alleen de dubbele spullen voor in de keuken. Ik denk dat kleiner wonen mij vooral geleerd heeft om stil te staan bij de vraag: ‘heb ik dit echt nodig?’ vaak is het antwoord ‘nee’.”
In hun huis is alles tactisch ingedeeld. Dat moet ook wel, want het is slechts 45 vierkante meter. De traptreden functioneren als lades, in het houten bankje buiten past tuingereedschap en in het gangetje passen de sleutels precies in het dunne kastje. Alleen het kleine kamertje naast de gang is nog een beetje een rommeltje met grote sporttassen en verhuisdozen.
De tuin staat vol met ‘geredde’ planten. „Toen huizen in Vinkhuizen werden gesloopt, belde ik bij elk huis aan om te vragen of ik hun planten mee mocht nemen”, zegt Sloot. De bramen komen bij zijn oom en tante vandaan: Zo staat de hele tuin vol met planten die overal vandaan komen. „Het gevaar is wel dat ze mij nu de plantenman noemen, gelukkig past het allemaal nog.”
‘Je bouwt hier iets op’
Er heerst vaak een vakantiegevoel. Even kletsen met de buren terwijl je buiten zit. Je loopt makkelijk bij elkaar binnen of je stuurt een berichtje in de groepsapp volgens Sloot. „Het is toch anders dan de stad waar het vaak veel anoniemer is. Je bouwt hier iets op met je buren”, zegt Van Donkelaar.
„Zelfs letterlijk: als je hier komt wonen krijg je direct een baantje erbij”, zegt Sloot. Veel van de handige bewoners steken de handen uit de mouwen om een handje te helpen. In de groencommissie of met het bouwen van het laatste huis bijvoorbeeld.
Hout van een gesloopte boerderij
De woningen zijn inmiddels allemaal af, nu wordt nog gewerkt aan het buurthuis, een plek om elkaar te ontmoeten. Of om de was te doen.
Een gedeelte van het hout komt van een oude boerderij van de oom en tante van Freek in de buurt van Middelstum, waar het werd gesloopt vanwege aardbevingsschade. Ook de verandabalken bij het huis van Freek en Karlijn komen uit de boerderij.
Wie weet waar de balken daarna terechtkomen. De vergunning voor het park loopt nog zeven jaar. „Daarna weten we het nog niet.” Het huis kan in ieder geval mee. Met een kraan kan het Tiny House worden opgetild en gesleept naar de volgende locatie.